Help Mijn Banaan

De banaan is misschien wel het populairste stuk fruit in de westerse wereld. Dat is ook niet zo gek als je erover nadenkt. Het is gezond, lekker, zit vol met kalium en groeit met de verpakking en al aan de boom. Wij gebruiken het als tussendoortje, maar in veel derdewereldlanden is de banaan een primaire bron van voedsel. Over de hele wereld wordt 1 type banaan verbouwd en dit type is nu in gevaar. Maar waardoor? En waarom? 

Allereerst begin ik met een stukje geschiedenis. In de late tijd van de 19de eeuw tot na de tweede wereldoorlog werd in de Verenigde Staten en andere delen van de wereld het Gros Michel bananenras gegeten. Maar na enige tijd werd er een ziekte ontdekt, veroorzaakt door de pathogeen Fusarium oxysporum. Deze schimmel verstoort het vasculaire systeem van de plant, waardoor de bladeren geel worden. Na enige tijd sterft de plant door uitdroging. De schimmel verplaatst zich in grond en water. Bijvoorbeeld door vuil onder de schoenen, vrachtwagenbanden, andere geïnfecteerde bananen, vuil materiaal of regen kan de schimmel zich verspreiden. De schimmel kan zich snel verspreiden en zodra ergens een uitbraak van de ziekte is kan er voor ongeveer dertig jaar geen enkele banaan verbouwd worden.  

De ziekte werd voor het eerst waargenomen in Panama, waar de ziekte ook zijn naam aan te danken heeft: de Panamaziekte. De Panamaziekte verspreidde zich erg snel door centraal Amerika waardoor de bananenindustrie ernstig in gevaar kwam. Een nieuwe bananensoort kwam al snel in beeld: de Cavendish-banaan. Deze bananensoort was al langer bekend in Azië en werd in stand gehouden door botanische tuinen. Toen men ontdekte dat de Cavendish banaan resistent was tegen de Panamaziekte werd deze direct aangeplant over de hele wereld. Sindsdien gebruiken wij alleen nog maar de Cavendish banaan. 

Maar waarom is onze banaan nu in gevaar?  

Dit komt door een nieuwe variant van de Fusarium stam, genaamd Tropical race 4 (Tr4). De eerst melding van deze nieuwe variant werd al in 1992 gedaan in Zuidoost-Azië. Er werd toentertijd geen groot alarm geslagen door de instanties. Hierdoor heeft TR4 zich 20 jaar lang kunnen ontwikkelen tot een hardnekkige schimmel. Over deze periode heeft de ziekte zich ook verspreid over heel Zuidoost-Azië. Pas in 2013 is de schimmel ontdekt buiten Zuidoost-Azië (in Jordanië en Mozambique). Het is niet duidelijk hoe de ziekte daar terecht is gekomen, maar vanaf dat moment is er groot alarm geslagen. In Jordanië en Mozambique zijn bananen erg belangrijke voedselbronnen. Mochten ze wegvallen dan kunnen er grote hongersnoden ontstaan. 

Wat valt eraan te doen dan? 

Fusarium is verspreid zich erg geniepig en is ook moeilijk te volgen. Daarom moeten er maatregelen worden getroffen om verspreiding van de ziekte tegen te gaan en om het te beheersen. Plantonderzoeker Gert Kema (coauteur van het bananen-rapport in Jordanië) vertelt dat verspreiding van de Panamaziekte onontkoombaar is, en dat het geen verassing gaat worden wanneer de ziekte geconstateerd wordt in Zuid-Amerika. Er is ook goed nieuws, er zijn aanwijzingen dat een wildtype van de banaan: Musa acuminata var. Malaccensis wellicht resistent is tegen TR4. Momenteel werken wetenschappers eraan om deze genen genetisch te modificeren in de Cavendish-banaan. Dit gaat gepaard met het in kaart brengen van genomen van de Fusarium-stammen die de panamaziekte veroorzaken. 

De banaan is dus nog niet ten dode opgeschreven, maar TR4 blijft extreem gevaarlijk voor de wereldwijde bananenteelt. Er moet dus een definitieve oplossing gevonden worden zodat er voedselzekerheid is voor miljoenen mensen.